Boeken | Dromen van de bok

Nico Dros
Dromen van de bok

Uitgeverij G.A. van Oorschot
ISBN 9789028240605
Scabreuze roman, 268 pagina’s
Verschenen in 2006


Het leven van de verguisde schrijver Iwan Lautier verandert in een nachtmerrie wanneer een vrouw een obsessieve liefde voor hem opvat. Eerst overstelpt ze hem met post en nachtelijke telefoontjes, daarna belaagt ze hem in eigen persoon. Maar behalve met deze erotomane stalker kampt Iwan met een minnares die zich, nadat hij de dubieuze relatie met haar heeft verbroken, blijft opdringen en hem tot het uiterste tergt.

In de beleving van Iwan raken beide affaires meer en meer met elkaar verwikkeld. Zijn vlucht in buitensporig drankgebruik doet hem de greep op de werkelijkheid verliezen. Wanneer hij uiteindelijk pogingen doet zich uit het warnet van ziekelijke hartstochten te bevrijden, loopt de situatie verschrikkelijk uit de hand.

Dromen van de bok gaat over de nachtzijde van het gevoelsleven, de duistere diepten van de ziel, over wanen, perversies en ontaarding. Nergens wordt de liefde meer ontluisterd dan in dit boek dat het midden houdt tussen een scabreuze roman en een kwaadsappige komedie over de rafelranden van de menselijke natuur. Een boek dat op adembenemende wijze de elementen van een thriller en literatuur weet te combineren.


'Muziek maakt Dros zeker. Hij heeft een opvallende, eigen stijl, af en toe nogal plechtstatig en licht archaïsch, wat in deze roman een ironisch effect heeft. In zijn formele zinsbouw, zijn voorkeur voor onbekende woorden als 'sfincter' en 'reeuw', en zijn grappige neologismen als 'paranymfomane' en 'paalvast' vertoont Dros verwantschap met Thomas Rosenboom. Zijn materie is echter heel wat dagelijkser en seksueler; de combinatie van pseudo-deftige taal en banaal zuipen en neuken pakt erg gelukkig uit. (...) ik kreeg een beetje heimwee naar de vroegere AFTh. Niet dat die Dros had kunnen evenaren in de wijze waarop deze de onderwerping van een hond in gloeiende zinnen neerzet, maar juist omdat het zo'n genot is dit soort paalvast proza te lezen en je opeens beseft dat je dat nog maar weinig leest.' Marja Pruis, De Groene Amsterdammer 12 mei 2006.